Mijn verwonderingen over San Sebastián

Geen blog post met dé bezienswaardigheden van San Sebastián of de beste plekken om heerlijke Pintxos te eten (die zijn er genoeg!). Dat soort berichten zijn met twee klikken te vinden op Google. Wél een post met mijn verwonderingen over de stad. Elementen die je niet (meteen) op reisblog leest maar persoonlijke constateringen die ik de moeite waard vind om te delen. Dus vamos!

Baskisch.

Ja, ik wist al dat er een tweede eigen taal was in Baskenland. Namelijk Baskisch, of Euskara. Maar nee, ik wist niet dat dit zo’n prominente rol speelt: op verkeersborden, menukaarten, in de supermarkt. Eigenlijk overal staat alles zowel in het Spaans als in het Baskisch. Een taal waar geen touw aan vast te knopen is.

Donostia.

Wij kennen de stad als San Sebastián, maar in Baskenland heeft men het over Donostia. Huh? De officiële naam blijkt Donostia-San Sebastián te zijn. Na wat googlen zijn er verschillende redenen voor de verschillende benamingen. Vanaf nu weet ik dus dat de stad twee namen heeft en dat het ook zo overal aangegeven staat.

Vriendelijkheid.

In de podcast van 3 op reis (de koffer in) hoorde ik al over de vriendelijkheid van de mensen. Echter ervaarde wij deze vriendelijkheid ook nog eens persoonlijk. Na het wandelen van de etappe van de Camino del Norte kwamen we er in Zarautz achter dat we geen cash of bankpas mee hadden. Alleen onze telefoon om mee te betalen. Wat in restaurantjes natuurlijk prima werkt. Alleen in de bus die terug ging naar San Sebastián gaat, kan je alleen contant betalen. Dus daar stonden we met onze telefoon, weer de bus uitstappend en op zoek naar een plek waar we met onze telefoon konden pinnen in ruil voor contant geld. Het was trouwens ook nog tweede paasdag, dus veel was er niet open. Bij het tweede zaakje waar we aankwamen weigerde de barman ook om te pinnen voor contant geld. De paar mensen die erbij stonden vertaalde voor ons wat we wilde richting de barman. Maar de barman bleef stug zeggen dat het niet kon. Uiteindelijk vroegen die lokale mensen hoeveel we nodig hadden, een tientje. Dat pakte iemand uit zijn portemonnee en gaf het aan ons, “here you go”. We boden nog aan om geld over te maken of drankje voor ze te betalen maar dat weigerde ze. Daar stonden we met een tientje voor de bus, zo maar van vreemden gekregen.

Ierland.

Wij zagen enorm veel Ierse mensen (te zien aan de kenteken van de campers ;)). Nu kan het liggen aan het feit dat Noord-Spanje een mooie vakantiebestemming is (kunnen wij beamen), maar ik gok dat er ook een link is tussen de Keltische oorsprong van Ierland die Noord-Spanje ook heeft. In Noord-Spanje had je namelijk het volk Keltiberiers die een Keltische taal spraken: het Keltiberisch. Na wat googlen vind ik hier geen echt bewijs van, maar ik kan me wel goed inleven dat de historie en oorsprong een rol speelt waarom veel Ieren naar Noord-Spanje rijden.

Paraplu’s.

Okay, ook dit lees je overal: het regent veel in San-Sebastián. Althans, over het algemeen. Het regende ook periodes toen wij er waren en wat mij juist opviel is dat iedereen, ja ongeveer iedereen, een paraplu op zak heeft. Niet geheel onlogisch, want als het regent regent het ook goed daar. Maar toch, het was opmerkelijk hoeveel paraplu’s we gezien hebben.

Campings.

Dan nog even een opmerkelijk feitje voor de camperaars onder ons: er zijn maar twee campings en 1 camper parkeerplaats te vinden rondom San Sebastián. En dat verbaasde mij: want het is wel een plek waar veel camperaars komen. De camping waar wij op stonden heet WeCamp. Netjes onderhouden, niet goedkoop in het hoogseizoen (en Pasen valt helaas ook onder het hoog seizoen) maar wel veilig en met een bus voor de deur die je in een ruk naar het centrum brengt. De camper parkeerplaats zou ik overslaan aangezien er op park4night heel veel recensies staan over inbraken. Dan maar liever wat meer betalen op een camping!

Sidra.

Je kent wellicht sommersby - een zoet alcoholisch drankje en ideale dorstlesser bij warm weer. Ik dronk dat vaak tijdens mijn vakanties in Portugal (ooit mij vlogs daarover bekeken?), maar wist niet dat het afgeleid was van wat ze in deze regio maken: cider oftewel: sidra zoals ze het zelf noemen. Rondom San Sebastián heb je meerdere sidra-huizen waar je dit drankje kan drinken. Het is echt onderdeel van de cultuur en de productie ervan gaat terug tot in de eerste eeuw. 3 op reis schreef een interessant artikel erover: niet alleen waar het vandaag komt maar ook hoe je het drinkt. Ik zal je verklappen dat wij het wél gedronken hebben maar niet helemaal op de manier zoals het “moet”, namelijk: rechtstreeks uit het vat of een hele fles nuttigen. Ook dronken wij het niet in één slok weg en bestelde wij niet nog een tweede glas. Maar hey, dat mag de pret niet drukken: het appel-drankje smaakte goed maar ook prima om het bij één glas te houden. Het rook trouwens even “funky” als natuurwijn, alleen betaal je geen € 8 voor een glas maar € 1,10.

Tarte de Queso.

Oftewel: cheesecake. Een tip die je ook overal online vindt maar die ik alleen maar kan beamen: eet hier een stuk Baskische cheesecake. Want die is verrukkelijk. Zelfs als je geen grote cheesecake fan bent (zoals ik). Haal ‘m bij La Viña of zoals wij bij Pastelería Otaegui.

Volg mijn verhalen op mijn Instagram account @thisworldtoday.nl

Vorige
Vorige

De uitdaging van slow living

Volgende
Volgende

Het begin van een avontuurlijk leven